Over de nieuwe film van Oliver Stone Wall Street II: Money Never Sleeps

Wall Street II: Money Never Sleeps
de nieuwe film van Oliver Stone
(vanaf woensdag 22 september in de Belgische en Nederlandse bioscopen)

trailer: http://www.imdb.com/video/imdb/vi875627545/

In de Volkskrant stond onlangs een interessante tekst te lezen: “Hebzucht tiert zonder dat het zichzelf beperkt. Zonder achting voor het menselijke ras, groeit de inhaligheid maar door. Niet in jaren of maanden, maar in uren en minuten. Slechts de gedachte van beheersing zou de hebzucht al kunnen temmen. Maar ongetemde gekte heeft geen oog voor wat voor iedereen noodzakelijk is.”
De nog uiterst actueel klinkende verzuchting is van de Romeinse keizer Diocletianius, die dit in 301 als voorwoord liet opnemen in zijn ‘Edict over de prijzen van koopwaren’. “Het feit alleen al, dat een 1.700 jaar oude waarschuwing nog steeds relevant is, leert ons minstens twee dingen”, schreef Robert Giebels treffend in een commentaar bij deze tekst. “Dat we als mensheid verbluffend slecht leren van onze fouten. En dat ze dus eigenlijk niets aan de huidige crisis kunnen doen: het zit gewoon in het bloed te falen.” David Hume formuleerde dit twee eeuwen terug ook al. Hij schreef: “Door de kracht van de vindingrijkheid kunnen mensen hun levenslot vergemakkelijken of uitstellen, maar zij kunnen zich er niet van bevrijden.” Geschiedenis was ook voor hem geen verhaal over vooruitgang, maar een opeenvolging van cycli waarin beschaving wordt afgewisseld met barbarij.
Wie dacht dat de afgelopen financiele crisis louterend zou hebben gewerkt voor de door hebzucht en consumptie voortgedreven vrije markt komt bedrogen uit. Alan Greenspan heeft zijn verzuchting dat hij het zelfcorrigerend principe van de Vrije Markt danig overschat had, inmiddels weer herroepen. Wereldwijd werden miljoenen mensen zwaar getroffen door de crisis. Velen werden werkeloos of verloren hun huis. Maar behalve Bernie Madoff is er vrijwel niemand van de hebzuchtige speculanten en asociale graaiers die de crisis op hun geweten hebben voor zijn misdadige praktijken gestraft. Banken keren opnieuw bonussen uit alsof er nooit een crisis is geweest. Greed Is Good Again! hoor je de navolgers van Gordon Gekko uit de film Wall Street (1987) van Oliver Stone opgelucht uitroepen.

Drieëntwintig jaar na zijn trendsettende film over de New Yorkse beurswereld, keerde Oliver Stone terug in de wereld van de snelle beleggers die over lijken gaan. Money Never Sleeps, oftewel Wall Street II, is het spannende vervolg op de film met die prachtige Shakespeariaanse dialogen waarvoor Michael Douglas destijds een Oscar won. Michael Douglas tekende opnieuw voor de tot ieders verbeelding sprekende rol van slechterik Gordon Gekko. Josh Brolin (die de hoordrol speelde in Stone’s W) overtreft Gekko in slechtheid en vermogen. Voor het contrast en de hoop zorgen Shia LaBeouf in de rol van jonge ambitieuze belegger Jake Moore en Carey Mulligan in de rol van Gekko’s dochter Winni die met Jake is verloofd.

Samen met een aantal andere journalisten sprak Serge van Duijnhoven met regisseur Oliver Stone en acteur Michael Douglas op het terras van het majestueuze Hotel Eden Roc in Le Cap, een van de sjiekste en duurste hotels ter wereld, twaalf mijlen ten zuiden van de Croisette op het filmfestival van Cannes. “Gordon Gekko is iemand die moedwillig bedrijven en mensen verwoest. Een echte bad guy”, zei Michael Douglas over zijn inmidels klassiek geworden personage. “Maar ik ben door de jaren heen vaak aangesproken door economiestudenten en beursmedewerkers die Gekko ook echt als hun idool beschouwen en hem noemen als de reden dat ze hun vak hebben gekozen. Daar keken Oliver en ik zeer van op.” Ook het kapsel en uiterlijk van Gekko – strak achterovergekamd haar, driedelig pak en Lenferink-achtige streepjesbloes met bretels – werden dankzij de film populaire modeverschijnselen onder de financëele wannabe-jetset op en rond Wall Street. De acteur Douglas, inmiddels 65, zit naast regisseur Oliver Stone (63) op het terras van Eden Roc te nippen aan een wite martini met ijs en schilfertjes citroen. “Toen was wat Gekko deed een misdaad. Nu is het legaal,” vat Stone de recente ontwikkelingen in de financiële wereld samen. Greed is good was in de financiële wereld verworden tot een mantra. Stone:”wist ik veel dat men die hebzucht vervolgens alleen maar zou vermenigvuldigen.”

In de eerste scène uit de film verlaat Douglas als Gekko de gevangenis, na een jarenlange straf te hebben uitgezeten voor fraude. Uit zijn bezittingen vist de bewaarder een stropdas, een gouden geldclip zonder geld, Gekko’s inmiddels fossiele mobiele telefoon die zo groot is als een heuse brooddoos. Als Gekko de poort achter zich hoort sluiten, staat er een stretch-limousine te wachten. Die is echter niet voor de ex-fraudeur, maar voor een gangster-rapper die eveneens het gevang mag verlaten. Een treffend beeld dat goed aangeeft hoe alleen Gordon Gekko er zelfs na zijn loutering nog altijd voorstaat. Stone laat het in het midden of Gekko na zijn gevangenistijd ook werkelijk het rechte pad kiest. Als kijker ben je aanvankelijk geneigd te denken van wel. In realiteit blijkt Gekko te broeden op een monstrueus plan van wrake dat hem in een klap zal kunnen verschonen van de haat waarmee hij al twintig jaar zit opgescheept. Ondertussen oogst de ex-gevangene veel succes met televisieoptredens als de tot inkeer gekomen beursprofeet en auteur van de bestseller: Is Greed Good? Gekko’s dochter (Carey Mulligan) blijft hardnekkig weigeren het contact met haar voormalig delinquente vader te herstellen. Ze woont samen met uiterst gedreven en idealistische jonge beurshandelaar Jake (Shia LaBeouf), die zijn miljoenenwinsten nobel investeert in revolutionaire groene energie. “Eigenlijk is het een familiefilm”, zegt Stone, die vier jaar geleden al door Douglas werd benaderd om een vervolg te regisseren. “Ik zei toen nee, want ik wilde die cultuur van overvloed niet nogmaals eren met een film. Vervolgens kwam de crash van 2008, en realiseerde ik me dat deze film gemaakt moest worden.” Het eerdere script werd herschreven en aangepast aan de nieuwe situatie. Om te laten zien dat de beursraven van de jaren tachtig maar klein bier dronken vergeleken bij de monsterfraudeurs van na het jaar 2000, is er een nieuwe bad guy aan het vervolg toegevoegd. Josh Brolin speelt een memorabel valse beurshandelaar met een ego zo groot als een wolkenkrabber, die neerkijkt op elke deal die niet boven de honderd miljoen dollar uitstijgt. De jonge Jake wordt aanvankelijk als een soort apostel binnengehaald door de zwarte magister. Maar gaandeweg het spel ontwikkelt zich tussen beide heren een vijandschap op leven en dood. Uiteraard is het de slechterik die diep zal vallen. Stone kan zijn Hollywood-herkomst nimmer helemaal verbergen, ook al zal hij sedert zijn hagiografische portret van Fidel Castro uit 1997 toch altijd wel het zwarte schaap blijven binnen de stal.
De muziek die de film begeleidt is van David Byrne en Bryan Eno. Met prachtige songs als “I can’t see clearly. My head’s in the way…” De liederen van Byrne werken als het koor in Griekse tragedies. Ze geven op een contemplatieve manier commentaar op het plot en werken als lasmiddel tussen de scènes.
Absoluut adorabel aan deze Hollywood-blockbuster is de manier waarop een hyperactueel thema gekoppeld is aan een spannend plot via tal van messcherpe dialogen die van het allerhoogste niveau zijn.
“What we all love the most: big year end bonuses.”
“Are we going under?”
“You’re asking the wrong question, Jacob… Who isn’t going under!”
“This is a public spectacle.”
“No, it’s a public execution…”

Enigszins tenenkrommend evenwel vond ik het einde van de film. Zonder dit nu perse te willen verklappen, viel het schrijver dezes wel enigszins zwaar te geloven dat de hals over kop naar London gevluchte Gordon Gekko vanuit zijn Engelse piratennest in The City plotseling vanuit het donker toch weer opduikt in een woonwijk in Brooklyn – als een deux ex machina. En zijn zwangere dochter en diens verloofde laat weten dat hij voortaan alsnog een goede vader en grootvader wil zijn.
Ook niet even denderend is het camerawerk van Stone’s favoriete cinematograaf Rodrigo Prieto (Alexander), die zijn camera bij voorkeur aan de poten van een helicopter lijkt te hebben gehangen waarmee Manhatten overvloedig in bird’s eye perspectief over wordt overgevlogen. Het vele gebruik van aan beurskanalen gerelateerde multiple screens, grafieken, rollende cijfers en digitale trucjes geven de kijker het gevoel dat je naar NBC of Bloomberg aan het kijken bent. Op zich een goed idee voor een film over de beurswereld, ware het niet dat het geregeld vreselijk afleidt van de bloedstollend goede dialogen van Shakespeariaans kaliber.
Deze week werd bekend, bij de perspresentatie voorafgaand aan de Amerikaanse première van de film in het Ritz Carlton niet ver van Wall Street in Manhattan, dat er bij hoofdrolspeler Michael Douglas keelkanker is geconstateerd. Er mochten geen foto’s gemaakt worden tijdens de persconferentie, maar verslaggeefster Inge Schelstrate van De Standaard kon constateren dat de 66-jarige Douglas er ondanks vier weken van chemotherapie en bestraling nog altijd kwiek uitziet. Een journalist schijnt hem te hebben gevraagd – ondanks het aanvankelijke verzoek om over de ziekte geen vragen te stellen – of zijn ingrijpende ziekte Michaels kijk op geld heeft veranderd. Zoals ook het geval was met zijn karakter. Michael Douglas schijnt te hebben geblazen en lachte: “Ik zit eigenlijk nog niet in de evaluatiefase. Ik neem het leven nu dag per dag, ik vat het erg filosofisch op. Ik hoop nu dat de film deze week goed opent in de bioscopen. Ik ben er zo trots op: het is een van die zeldzame films die en een goed scenario hebben, en een goede cast, en een goede regisseur. Alleen suckt de timing een beetje. Maar je moet nu eenmaal spelen met de kaarten waarmee het leven je bedeelt.”

© Serge van Duijnhoven