De wereld van gister (raast door in morgen’s voetspoor)

I.M. Antony Kok

Voor alle mensch is vrede slechts

een pauzelicht dat even schijnt

alvorens weer bloed vloeit

en het doek ten gronde valt

zijn wij dan allen Stefan Zweigs

die ten neder gaan over de

struikelstenen van ons verleden?

de wereld van Gisteren

op weg naar geen Morgen

de wereld van morgen

zonder ons gisteren

ons gezicht hebben wij gericht

op de luiken zonder zicht

op ons binnenste buiten

wat rest ons dan wat kieren

om doorheen te spieken?

we zijn alle tovenaarsleerlingen

die niet meer in magie maar enkel

in materie geloven. Geld, techniek

wij weten niet ’t onderscheid

tussen een spreuk, ’n sprook

een spook, een vloek

wij zijn behekst met

desastreuze hoog- & overmoed

Ik open graag deuren

met de Meestersleutel

op de sloten rond het slot

van mijn instinct

zonder in honderd sloten

tegelijk te hoeven lopen

ik heb graag lief zonder in

haat te hoeven vervallen

Ik sluit graag de boeken

zonder over mijn eigen woorden

te hoeven struikelen

courage, ca c’est le clef

Mijn enige moeten

is met een d

wat we wensen

is de bestemming

aller mensen

maar wat we doden

wordt ons Lot

Xolotl

de natuur volgt haar eigen

maan- en sterrenstonden

de klok van de Tijd

wordt telkens verder

opgewonden. Op onze

Moeder Aarde blijft

alleen Ariadne’s draad

ten einde ongeschonden

Bellum transit

Amor manet? We kunnen

de Aarde verwoesten

maar niet het principe

van het Leven in gansch

dit ondermaanse

de wereld van gister

is jammerlijk vergaan

de wereld van morgen

raast door in Dada’s voetspoor

ons voetpad leidt de weg

uit het wiel van verlangen

maar wat als rust dan juist

toch alle ramen breken zou

en alle luiken open klappen

van nieuwsgierigheid en stiekum

ook genot. Dat toen nog niet

als Gnot geschreven werd

nog niet in onze tijd

toen wij nog goden waren

die tornden aan de poten

van de tronen

toen ik nog een onschuldige

Antonius was wist ik

al wie ik niet was

nu ik ben en zal zijn

voor immer de éminence grise

van die allerminst grijze beweging

de zachtaardige maar eenzame

homme de conseil, buiten

de tijd. Nu, met de jaren

weet ik almaar minder wie

het was die mijn Ik op mijn pad

treffen mocht & sterven zag

morgen is eigenlijk de dag

die nimmer ooit geschieden mag

de dood lacht allen dwars- en vierkant

uit. En wij, hoogmoedigen, wij grijnzen

hooguit terug. Als boeren die aan

kiespijn lijden. Verstandskies-

pijn. De wereld is geen grap

veeleer is zij een parel in de boezems

van les forces majeures

samen is het niet leuker

alleen zijn. Het zaad van het

ene schuilt niet in ons twee

in den beginne was het Zelf

waar mijn volle lippen waren

grijnst nu het botwerk van mijn schedel

ik was al vele jaren dood, voor Ik het was

maar dat is goed zo

nu BEN ik mezelf, in Heel

en in Al. Als mijn lippen de Dood zijn

grijns dan terug!

ergens is er een hartkamer

van de Geest, waarbinnen

ons oeratoom onophoudelijk

gespleten wordt

het lichaam sterft

de straling klieft voort

dwars doorheen de Tijd

we vinden het als bron

in de diepste bronnen

van ons zelf

waar de hadronen gieren

rond de kernen van de

kern in CERN

deeltjes lading wisselen

in splitsing van seconden

geen boom is maar een Boom

hoe gespleten of verbrand hij is

en ook een kat wordt nimmer

vegetariër als Hitler

waarom is het zo moeilijk

om te leren wat we altijd

al hebben geweten?

omdat we geleerd hebben

geleerd te zijn en alle primitieve

kennis te vergeten

dit is een Gordiaanse knoop

die we die we enkel kunnen ont-

warren door wat waar ook

werkelijk gewaar te worden

Waar te worden. Want het enige

wat waar is, is waar we zijn

alles is perspectief

en alles relatief

Waar we zijn

is Wie we zijn

de wereld is ons

IK

het IK denkt niet

het IK is als Bowie

een particul particulier

een geval apart

het gansche Universum

is ook in jouw Oeratoom

die Paraplexus die diep

heel diep verscholen zit

ergens in dat oerwoud van

de hersensnaren

onzer even Heilige

als onheilige Geest

welnu, nu ik hier ouderwets

voor immer wel te grabbel lig

is het allicht te laat om nog

een wig te drijven tussen alle

priet- en lasterpraat

mijn sofistisch testAMENt

echter staat

als het huis van de Geesten

waarnaar wij allen ooit

terugkeren in ons volste

want naakste ornaat

niet als soldaat

kom, makkers, zusters

prinsen en koninginnen

van de Aarde. Het is

de hoogste tijd om te

verkassen. Virus versus

virus. Wie van ons staat er

werkelijk aan de kant

van het Leven?

wat staat je in de weg?

de Weg?

volg je hart

wegwezen!

Plaats een reactie

Nog geen reacties.

Comments RSS TrackBack Identifier URI

Plaats een reactie